Voor en na redactie

Natuurlijk zie je als auteur graag het resultaat van de redacteur. Onderstaand een aantal links naar verschillende voorbeelden van mijn werk. De mate van redactie / herschrijven gaat in overleg met de auteur. Links de originele tekst zoals aangeleverd, rechts het resultaat na redactie.

Met toestemming van de verschillende auteurs geplaatst!

Voor redactie

J.W.Breuk en W.Hekkelman
draft voor een artikel voor het Tijdschrift voor Humanistiek


De keuze voor een vrije wil

In veel hedendaagse publicaties wordt de vrije wil dood verklaard. Alhoewel de discussie tussen voor-en-tegenstanders van het bestaan van een vrije wil al een lange voorgeschiedenis kent,is deze door recente publicaties van neurobiologen als Lamme (“de vrije wil bestaat niet”) en Swaab:”Wie is er echt de baas in ons brein”)weer actueel geworden.
Tot onze verbazing blijkt reactie van wetenschappers die uitgaan van het bestaan van een vrije wil in de publiciteit nauwelijks terug te vinden.1)
De uitkomst van het debat over dit spoort vragen kan verregaande consequenties hebben voor de samenleving. Met name voor de rechtspraak en de pedagogie. Hoe kan iemand nog verantwoordelijk gesteld worden voor zijn handelen, als die niet voortkomt uit een vrije wil? En welke rol is er voor onderwijs,vorming en opvoeding als de werking van ons brein in overgrote mate al met de geboorte gedetermineerd is?

Ons inziens bestaat de vrije wil wel degelijk.
Wie wij zijn? “Wij horen tot die filosofen,ethici en humanisten die zich ook en misschien wel juist anno 2011 inzetten voor het vormen, ontwikkelen, bilden van laatmoderne individuen” zouden we de Nederlandse hoogleraar humanistiek Joep Dohmen willen nazeggen.

De begripsverwarring rond “de vrije wil”.
Wat is nu eigenlijk ‘een vrije wil’?
Menswetenschappers en neurobiologen lijken het erover eens te zijn dat een onvoorwaardelijke vrije wil niet bestaat. Alle menselijke beslissingen en handelingen worden bepaald door diverse factoren: • externe factoren: welke mogelijkheden biedt de samenleving waarin men leeft
• interne factoren: welke lichamelijke en geestelijke capaciteiten heeft men
• de levensgeschiedenis van het individu: wat heb je meegemaakt en ervaren in je leven tot dan toe, welke automatismen heb je (bewust of onbewust) ontwikkeld.

De hedendaagse filosoof Bieri(2) maakt een uitdrukkelijke koppeling tussen het bestaan van een vrije wil en het feit dat het daarbij gaat om een wil waarvan de mens zich bewust is. De vrije wil is afhankelijk van vele voorwaarden. Maar die afhankelijkheid van voorwaarden is niet hetzelfde als onvrijheid. We zien deze begripsverwarring in publicaties van neurobiologen over de vrije wil, en vragen ons af waarom deze zo weinig becommentarieerd wordt in de huidige mediahype rondom de werking van het menselijk brein.

Neurobiologen toonden aan dat het handelen van de mens voor een groot deel voortkomt uit zijn onbewuste, en dat de mens zich een groot deel van zijn handelen onbewust is. Menswetenschappers be-amen dat, en wijzen op de mogelijkheid van het individu om zijn bewustzijn te vergroten, en daarmee zijn invloed op zijn handelen. Voor zover we onze handelingen bewust zijn, is onze wil vrij.

Wetenschappers als Lamme, Swaab en Verplaetse lijken de mens te reduceren tot niets meer dan “een brein met een babbelbox”(Lamme) . Zij stellen dat ons denken en handelen wordt gestuurd door onbewuste impulsen, en dat ons bewustzijn daar slechts achteraf op reageert. Dat ontslaat het individu van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Een filosoof als Rob Riemen(3) gaat in zijn kritiek op neurobiologen zelfs zo ver, om te spreken van intellectuelen die de mens verraden en de kiem leggen voor een samenleving waarin het individu officieel zijn greep heeft verloren op eigen doen en laten.

Wij willen stellen dat het wel of niet bestaan van een vrije wil afhankelijk is van de bewuste keuze deze te realiseren en te versterken. De mens kan via reflectie en bijvoorbeeld meditatie zijn toekomstig handelen bewust beïnvloeden. De mate waarin het individu over een vrije wil beschikt, is het resultaat van een proces (het zgn ‘bildungsproces’) waaraan de mens bewust kan werken om het te ontwikkelen en samen met anderen te versterken. We sluiten hierbij aan bij de visie van onder andere Joep Dohmen(4)

Volgens Dohmen c.s. gaat het bij het vormen van de vrije wil om een proces waarin de mens “zichzelf voortdurend opnieuw uitvindt”; het in de dagelijkse praktijk oefenen en ervaring opdoen met het bewust reflecteren op eigen denken en handelen. Hierbij is het van belang te stellen dat het hier niet gaat om een lineair proces waarin een mens stap voor stap vooruitgang boekt:het is een cyclisch proces waarbij reflectie en handeling elkaar voortdurend opvolgen en aanvullen. Het uiteindelijk resultaat kan verschillen van ervaring tot ervaring en van periode tot periode. Daarom ligt de nadruk op het zich telkens “opnieuw uitvinden via reflectie op vragen als:wie ben ik, wat wil ik,wat kan ik,waarom wil ik bepaalde keuzes maken en hoe kan ik bewuste keuzes blijven ontwikkelen Soms lukt dat ,soms moet men ook letterlijk van voor af aan beginnen. In de humanistiek is de vrije wil dus een leerproces met wisselende uitkomsten, en zeker geen statisch begrip!

Wij willen hierbij een voorzet geven om de dialoog tussen voor en tegenstanders van het bestaan van een vrije wil (opnieuw) in de publiciteit te voeren.

. Kritiek op de recente publicaties van Lamme,c.s.
alles wat we meemaken,bewust en vooral ook onbewust,laat zijn sporen na in de banen van ons brein die lopen tussen stimulus en respons. En daarmee worden sommige banen sterker,andere juist zwakker. Die geschiedenis bepaalt uiteindelijk wat we beslissen, welke keuze we maken of welke voorkeur we hebben op het moment dat twee of meer alternatieven zich aandienen”.(Lamme;2010,142)

“Waar een direct,100 procent causaal verband tussen geschiedenis en keuze niet meer te achterhalen is, lijkt er plaats voor zoiets als vrije wil. Wie echter ziet hoe sterk de effecten zijn van zelfs kleine manipulaties in de (recente) geschiedenis, kan niet anders dan concluderen dat de ruimte voor vrije wil er eigenlijk niet is. In ons hoofd vechten genetica en in het brein neergelegde ervaringen om ieder procentje belang dat ze in de weegschaal van een beslissing kunnen leggen. Daar is echt geen plaats voor een factor die niet afhangt van die geschiedenis. Vrije wil bestaat niet,en is ook helemaal niet nodig.”(Lamme;2010,146)

In bovenstaande citaten komen twee belangrijke uitgangspunten naar voren die Lamme in zijn boek “De vrije wil bestaat niet”centraal stelt:
Enerzijds geeft hij aan dat alle besluiten die we nemen afhankelijk zijn van onze persoonlijke geschiedenis;deze wordt gevormd door zowel erfelijk materiaal als door persoonlijke ervaringen welke een rol spelen vanaf het moment van de conceptie tot en met het recente verleden in iemands leven. - Anderzijds koppelt hij aan die bewering de conclusie dat de vrije wil dus(?????) niet bestaat.

De eerste stelling zal door weinig hedendaagse wetenschappers bestreden worden. De daaraan gekoppelde conclusie over het bestaan van een vrije wil lijkt daarentegen uit de lucht te zijn gevallen.

Moderne menswetenschappers hebben aangegeven dat Lamme hier twee wezenlijke zaken (bewust?) met elkaar verward: 1) een onvoorwaardelijk (willekeurige) vrije wil
2) de mogelijkheid via reflectie en een bewust leerproces ons handelen te beïnvloeden.
Omdat Lamme zijn bevindingen omtrent zijn eerste stelling onderbouwt met gegevens en uitkomsten uit wetenschappelijk onderzoek,krijgt zijn tweede stelling daarmee bijna van zelfsprekend ook het predicaat van “verantwoord wetenschappelijke onderbouwing.”

Niets is echter minder waar: nergens vinden we bij Lamme commentaar op resultaten uit de filosofie,pedagogiek of humanistiek waarin gewerkt worden met een onderbouwde,controleerbare werkwijze waarmee zowel individuen als groepen mensen zich zelf en elkaar leren hun handelingen en keuzes bewust te beïnvloeden.

We wezen al op de filosoof Bieri,die uiteen heeft gezet dat een “ vrije wil” beslist iets anders is dan een onvoorwaardelijk vrije wil”.Die stelling is inmiddels algemeen aanvaard in de menswetenschappen.

Omdat Lamme ook recentelijk niet op deze verklaring van Bieri en collega’s heeft gereageerd,wekt hij de indruk bewust gebruik te maken van de verwarring die er bestaat over de betekenis van het begrip “vrije wil”.

Dat levert hem weliswaar veel publiciteit op,maar draagt weinig bij tot een wetenschappelijk verantwoorde dialoog.

Drs. J.W.Breuk (humanist/docent levensbeschouwing) en drs. W. Hekkelman(filosoof)
Met dank aan: drs. C. Fruijtier (tekstadvies)

Lamme: de vrije wil bestaat niet Bieri:handboek voor de vrijheid Riemen; de eeuwige terugkeer van het fascisme, Dohmen brief aan een middelmatige man.



Na redactie

J.W.Breuk en W.Hekkelman
Tijdschrift voor Humanistiek, nr 48, 2012
redactie: Ceciel Fruijtier


De keuze voor een vrije wil


Veel hedendaagse publicaties verklaren de vrije wil dood. Dat kan verregaande consequenties hebben voor de samenleving. Om te beginnen voor de rechtspraak en de pedagogie. Hoe kan iemand nog verantwoordelijk zijn voor zijn handelen, als die niet voortkomt uit een vrije wil? Welke rol is weggelegd voor onderwijs, vorming en opvoeding, als de werking van ons brein in overgrote mate al met de geboorte is gedetermineerd?

De discussie tussen voor- en tegenstanders van het bestaan van een vrije wil kent een lange voorgeschiedenis. Na publicaties van neurobiologen als Lamme (“De vrije wil bestaat niet”) en Swaab (”Wie is er echt de baas in ons brein”) is deze discussie weer helemaal actueel. Tot onze verbazing is in de publiciteit nauwelijks een reactie te vinden van wetenschappers die uitgaan van het bestaan van een vrije wil.

Ons inziens is de conclusie dat de vrije wil niet bestaat een voorbarige. Wij vragen ons af, of het (overvloedige) materiaal dat door neurowetenschappers wordt aangevoerd wel voldoende is, om tot een dergelijke conclusie te kunnen komen. Wij vragen ons daarbij vooral af, of de vrije wil waarover de hersen- wetenschappers spreken wel overeenkomt met die waarover zovele mensen in onze cultuur hebben gesproken, vanaf het moment dat de vrije wil werd ‘ontdekt’.

De vrije wil ter discussie

Het begrip vrije wil heeft al een hele geschiedenis achter de rug. Nooit is er een definitie of omschrijving van gegeven, waarin iedereen zich kon vinden. Welke ontwikkeling heeft het begrip vrije wil tot nu toe doorgemaakt? Op basis waarvan ging men spreken over een vrije wil? Is die basis aangetast of zelfs geheel verdwenen, omver geworpen door de bevindingen van neurowetenschappers? Of gaat het ‘alleen maar’ om een nieuw (en belangrijk) gezichtspunt ten aanzien van de vrije wil, dat serieus genomen moet worden?

Om deze vragen te beantwoorden denken wij, dat een open discussie zou moeten plaatsvinden tussen ’voor- en tegenstanders’ van het bestaan van de vrije wil. Een discussie waarin beide ‘partijen’ elkaar serieus nemen. Wij denken dat een dergelijke discussie van groot belang is, juist omdat de antwoorden op deze vragen bepalend zijn voor bijvoorbeeld de juridische structuur die wij kiezen voor ons land, de doelen die wij stellen bij onderwijs en vorming, en het mensbeeld dat wij als grondslag (moeten?) kiezen voor onze samenleving. Kortom: er staat heel wat op het spel.

Wij roepen filosofen, humanisten en hersen- onderzoekers op tot een dialoog over de vrije wil.

Om vast een begin te maken willen we onderstaand ingaan op het begrip ‘vrije wil’: wat is nu eigenlijk ‘een vrije wil’?
Menswetenschappers en neurobiologen lijken het erover eens te zijn dat een onvoorwaardelijke vrije wil niet bestaat. Alle menselijke beslissingen en handelingen worden bepaald door diverse factoren:
• externe factoren: welke mogelijkheden biedt de samenleving waarin men leeft;
• interne factoren: welke lichamelijke en geestelijke capaciteiten heeft men;
• de levensgeschiedenis van het individu: wat heb je meegemaakt en ervaren in je leven tot dan toe, welke automatismen heb je (bewust of onbewust) ontwikkeld.

De hedendaagse filosoof Bieri (1) maakt een uitdrukkelijke koppeling tussen het bestaan van een vrije wil en het feit dat het daarbij gaat om een wil waarvan de mens zich bewust is. De vrije wil is afhankelijk van vele voorwaarden. Maar die afhankelijkheid van voorwaarden is niet hetzelfde als onvrijheid. We zien deze begripsverwarring in publicaties van neurobiologen over de vrije wil.

Begripsverwarring rond “de vrije wil"

Neurobiologen toonden aan dat het handelen van de mens voor een groot deel voortkomt uit zijn onbewuste, en dat de mens zich een groot deel van zijn handelen onbewust is. Menswetenschappers be-amen dat, en wijzen op de mogelijkheid van het individu om zijn bewustzijn te vergroten, en daarmee zijn invloed op zijn handelen. Voor zover we onze handelingen bewust zijn, is onze wil vrij.

Wetenschappers als Lamme, Swaab en Verplaetse lijken de mens te reduceren tot niets meer dan “een brein met een babbelbox” (3). Zij stellen dat ons denken en handelen wordt gestuurd door onbewuste impulsen, en dat ons bewustzijn daar slechts achteraf op reageert. Dat ontslaat het individu van zijn verantwoordelijkheid, en daar ageren wij tegen. Een filosoof als Rob Riemen (4) gaat in zijn kritiek op neurobiologen zelfs zo ver, om te spreken van een intellectueel die de mens verraadt en de kiem legt voor een samenleving waarin het individu zijn greep heeft verloren op eigen doen en laten.

Wij vragen ons af, of het zo zou kunnen zijn dat de vrije wil zich als ontwikkeling presenteert in het proces van de evolutie. Natuurlijk is er dan in ons huidige functioneren veel, misschien wel bijna alles, dat er op wijst dat de vrije wil niet bestaat. Maar wellicht is er naast het functioneren van deze basale, biologische processen, iets als een vrije wil ontstaan. In dat geval laat de mogelijke vrije wil zich niet ontkennen op basis van hoe wij, onze hersenen, nu functioneren. Net zo min als zich de mogelijkheid van organisch leven laat afwijzen uit onderzoek van de minerale wereld.

Wij zouden de stelling willen aangaan dat het wel of niet bestaan van een vrije wil afhankelijk is van de bewuste keuze deze te realiseren en te versterken.

Wie wij zijn? “Wij horen tot die filosofen,ethici en humanisten die zich ook en misschien wel juist anno 2011 inzetten voor het vormen, ontwikkelen, bilden van laatmoderne individuen” zouden we de Nederlandse hoogleraar humanistiek Joep Dohmen willen nazeggen.

De mens kan via reflectie en meditatie zijn toekomstig handelen bewust beïnvloeden. De mate waarin het individu over een vrije wil beschikt, is het resultaat van een proces (het zgn ‘bildungsproces’) waaraan de mens bewust kan werken om het te ontwikkelen en samen met anderen te versterken. We sluiten hierbij aan bij de visie van onder andere Joep Dohmen (2).

Volgens Dohmen c.s. gaat het bij het vormen van de vrije wil om een proces waarin de mens “zichzelf voortdurend opnieuw uitvindt”. Dat is geen lineair proces waarin een mens stap voor stap vooruitgang boekt, maar een cyclisch proces waarbij reflectie en handeling elkaar voortdurend opvolgen en aanvullen. De nadruk ligt op het reflecteren op vragen als: welke keuzes maak ik, wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? Waarom wil ik bepaalde keuzes maken en hoe kan ik bewuste keuzes blijven ontwikkelen? Soms lukt dat, soms moet men ook letterlijk van voor af aan beginnen. In de humanistiek is de vrije wil dus zeker geen statisch begrip!

Drs. J.W.Breuk (humanist/docent levensbeschouwing) en drs. W. Hekkelman (filosoof)
Met dank aan: drs. C.M.A. Fruijtier (redactie)

Literatuur: JW: svp nog de gegevens aanvullen voordat het naar het tijdschrift gaat
(1) Bieri, P., 2006: Het handwerk van de vrijheid - Over de ontdekking van de eigen wil
(2) Dohmen: Brief aan een middelmatige man
(3) Lamme: De vrije wil bestaat niet
(4) Riemen: De eeuwige terugkeer van het fascisme
(5) Swaab: Wie is er echt de baas in ons brein